top of page

Nieuw Goes pleit voor grensverleggende oplossingen voor het woningtekort

Nieuw Goes heeft onderzoek gedaan naar het woningmarktbeleid van andere Nederlandse gemeenten. Hieruit concluderen we dat er verschillende onorthodoxe oplossingen zijn om het woningtekort te verkleinen. Via schriftelijke vragen roepen wij het College op om hiermee aan de slag te gaan.


Deelkoopregeling voor betaalbare koopwoningen

Door het woningtekort en de alsmaar stijgende woningprijzen is het voor woningzoekenden met een modaal inkomen onmogelijk om een huis te vinden. Als eerste gemeente in Nederland heeft Zaanstad daarom een deelkoopregeling opgezet. Bij deze regeling wordt de woning gesplitst tussen opstal en de grond. De koper schaft een deel van de woning aan, bijvoorbeeld 60% van de marktwaarde. De overige 40% is aanvankelijk het aandeel van het deelkoopregelingsfonds. De grond onder de woning wordt in erfpacht uitgegeven.


Vervolgens wordt ieder jaar het inkomen van de koper getoetst. Op basis hiervan wordt bepaald welk percentage van het nog niet betaalde deel moet worden aangekocht (deelbetaling). Ook de hoogte van de erfpachtcanon wordt bepaald op basis van het meest recente inkomen. Een dalend inkomen kan samengaan met een lagere deelbetaling en erfpachtcanon.


Voordat de koper 100% eigenaar is, zijn verbouwingen zoals een nieuwe keuken toegestaan. Ook de grond kan eeuwigdurend worden afgekocht.


Nieuw Goes ziet een deelkoopregeling als kansrijk om starters en middeninkomens te helpen met het aanschaffen van een koopwoning.


Huizen splitsen

In navolging van andere gemeenten willen wij dat Goes woningsplitsing gaat bevorderen. Ook Goes is namelijk een bovengemiddeld vergrijsde gemeente: het percentage inwoners van 65+ is in Nederland 19,5% en in Goes 23,7%.


Van een groot huis waar bijvoorbeeld senioren wonen, kunnen twee of zelfs meer woningen worden gemaakt. Het gaat hierbij om zelfstandige woningen, dus met eigen keuken en badkamer. Woningsplitsing is bijvoorbeeld te stimuleren door de vergunning ervoor gratis te maken.


Geïndustrialiseerde bouw

Huizen die in de fabriek worden gebouwd en op de bouwplaats alleen nog in elkaar worden gezet, zijn tegenwoordig van zo’n goede kwaliteit dat ze elders in Nederland voor permanente duur worden neergezet. Fabriekswoningen zijn 30 tot 50 procent sneller gebouwd dan traditionele huizen. Ook zijn fabriekshuizen zo’n 30% goedkoper. Volgens ABN Amro kan het woningtekort flink afnemen als wordt ingezet op veel meer fabriekswoningen.


Een struikelblok is echter dat de vraag naar fabriekswoningen continu hoog moet zijn om daarmee het tempo hoog en de kosten laag te houden. Helaas stellen gemeenten veel te weinig bouwlocaties beschikbaar. Nieuw Goes wil daarom dat Goes werk gaat maken van locaties voor fabriekswoningen.


Flexwonen

In Nederland is 10% een spoedzoeker. Starters, gescheiden mensen of uittreders van de maatschappelijke opvang zijn voorbeelden van spoedzoekers. Om deze woningzoekenden meer kans te geven op de woningmarkt, is door het ministerie de ‘Stimuleringsaanpak Flexwonen’ opgezet om gemeenten te helpen met het realiseren van flexwoningen. Flexwoningen op grond zonder woonbestemming worden vrijgesteld van de verhuurdersheffing en mogen i.p.v. 10 jaar nu 15 jaar blijven staan, waardoor de financiële haalbaarheid verbetert.


Jongeren van +18 en -28 jaar mogen 5 jaar huren. Mensen van 28+ maximaal 2 jaar. Flexwoningen worden gebouwd in de fabriek en zijn gemakkelijk te verplaatsen of aan te passen.


Nieuw Goes heeft het College verzocht aan de slag te gaan met flexwoningen. Wij denken hierbij aan het Stationspark omdat meerdere gronden al jaren braakliggend zijn en de flexwoningen daar met de vrijstelling kunnen worden neergezet.


Vervolg

Het College heeft 30 dagen de tijd om onze vragen te beantwoorden. Wij zijn benieuwd naar de beantwoording. Wilt u de vragen lezen? Klik dan op de volgende link: https://www.nieuwgoes.org/post/schriftelijke-vragen-op-gang-brengen-woningmarkt


Ook hebben we vragen gesteld over het tekort aan sociale huurwoningen en huurwoningen in de vrije sector. Hierover informeren we u binnenkort in een apart artikel.

bottom of page